De bouwfirma was "Van Rymenant" uit Lier. Deze firma bestaat nog maar is ondertussen samengevoegd met een tweede oudere bouwfirma uit Lier, namelijk "D'Hulst". De nieuwe firma noemt dan ook sinds 1 januari 2006 "D'Hulst-Van Rymenant".
De firma stond in voor de bouw van 6 kleine bijkomende eenkamersbunkers. 3 stuks waren ommuurd met baksteen. De drie anderen waren gecementeerd. De bunkertjes waren vrij gedetailleerd afgewerkt en meestal ook nog voorzien van één of meer extra valse ramen.
De onteigeningen voor dit aanvullende project G deel 1 voor de bouw van 6 bunkers op de achterlijn in de zone Astene tot Eke, is logischer wijze vrij laat gestart gezien het project zelf maar werd getekend voor akkoord op 11 juni 1935. Op dat eigenste moment was de staat nog maar in bezit van 2 van de 6 nodige bouwterreinen, namelijk dit van B10 en B15. De andere terreinen geraakten voor B3 en B4 maar definitief afgehandeld op 3/2/1936. De onteigeningen voor B8 en B9 zouden aanslepen tot 22/2/1936. Het project kan dan ook onmogelijk volledig binnen de voorziene periode van 8 maanden na het tekenen van de akte uitgevoerd geweest zijn.
Hoe deze prijzen gaan interpreteren.
Het lijkt niet zo evident een degelijke omrekening te vinden tussen de waarde van 1 BEF in 1934 en 1 BEF anno 2013 (verhouding 1€ = 40.3399 BEF). Dank aan enkele professoren van de Unief Gent die hielpen aan een vlotte omrekening te komen, met name Mr Eric Vanhaute en Mr Wouter Ronsijn. Hierdoor kan ik u toch een gefundeerde omrekening geven om een vlotte beoordeling en interpretatie mogelijk te maken.
Als we zuiver op basis van de consumptieprijsindexcijfers 1934 met 2013 gaan vergelijken moet men vaststellen dat door de inflatie van de Belgische Frank in de periode tussen 1934 en 2013, deze ene BEF in 1934 reeds moet aanzien worden als 35 BEF in 2013. Om deze reden zou men dus alle prijzen die u in de volgende tekst vindt, moeten vermenigvuldigen met een "factor 35" om in 2013 over dezelfde som geld te spreken.
Daarnaast zit men nog met de parameter dat heden de lonen wel gekoppeld zitten aan de consumptieprijsindex maar dat dit zeker vroeger niet altijd het geval is geweest. Zo diende in 1934 een ongeschoolde arbeider (loon +/- 4.10 BEF/uur) ongeveer dubbel zo lang te werken om die ene BEF te verdienen vergeleken met deze zelfde ongeschoolde arbeider in 2013 (loon +/- 305 BEF/uur of 7.56 €/uur) diende te werken voor deze eerder gemelde 35 BEF te verdienen. De werkelijke verhouding is ongeveer 0.47.
Dit maakt dat als men wil de prijzen gaan vergelijken met prijzen die evenveel doorwegen op het loon van een arbeider heden in 2013, we de eerder gevonden 35 BEF nog eens dienen te delen door 0.47. Op die wijze komt men dus rekening houdend met de levensduurte uit dat:
1 BEF in 1934 ongeveer overeenkomt met een bedrag van 74 BEF (1.84€) in 2013, een "factor 74" dus.
Bouwproject G1 |
6 bunkers |
|
|
|
|
|
|
|
Telling |
Nr |
Oud nr |
Totaal |
Prijzen aangevuld |
|
|
|
Prijs |
met niet |
|
|
|
herrekend naar |
meegerekende |
|
|
|
bestek |
zaken |
|
|
|
|
|
G1,1 |
B3 |
GA1 |
|
|
46045,27 |
46295,27 |
G1,2 |
B4 |
GA2 |
|
|
45708,43 |
45958,43 |
G1,3 |
B8 |
GN1 |
|
|
46238,13 |
46488,13 |
G1,4 |
B9 |
GN2 |
|
|
46238,13 |
46488,13 |
G1,5 |
B10 |
GN3 |
|
|
46165,21 |
46415,21 |
G1,6 |
B15 |
GE1 |
|
|
46980,71 |
47230,71 |
|
|
|
|
|
|
|
|
277.375,89 |
278.875,89 |
|
|
|
BEF |
BEF |
Het originele deelbestek voor de bouw van deze 6 bunkers werd toegekend voor de totaalprijs van 277.375,89 Bef. In de tweede kolom zijn bijkomend nog een aantal zaken zoals het chardome en dergelijke mee opgenomen. Deze zijn in het officiele bestek niet inbegrepen gezien deze rechtstreeks door de militaire overheid werden aangekocht en geleverd.
Bouwproject G Lot 2: De bouw van 5 bijkomende bunkers op het grondgebied van Melsen, Munte en Bottelare.
Aannemer: "Van Rymenant" uit Lier.
De bouwfirma was eveneens "Van Rymenant" uit Lier.
Enkele bedenkingen bij het bouwproject G Lot 2.
De firma stond opnieuw in voor de bouw van nog eens 5 kleine bijkomende eenkamersbunkers. 4 stuks waren eveneens ommuurd met baksteen. Eén was gecementeerd. De bunkertjes waren qua afwerking vrij identiek met project G1.
Ze werden opnieuw vrij gedetailleerd afgewerkt en meestal ook nog voorzien van één of meer extra valse ramen. Enkele bunkertjes zijn zo goed als identieke copieën van elkaar.
|
5 bunkers |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Telling |
Nr |
Oud nr |
Totaal |
Totaal |
|
|
|
Prijs |
Prijs |
|
|
|
herrekend naar |
aangevuld |
|
|
|
bestek |
|
|
|
|
|
|
G2,1 |
B19 |
GM1 |
|
|
45735,80 |
45985,80 |
G2,2 |
B21 |
GM2 |
|
|
48109,87 |
48359,87 |
G2,3 |
B22 |
GM3 |
|
|
48178,67 |
48428,67 |
G2,4 |
B24 |
GMu1 |
|
|
48800,24 |
49050,24 |
G2,5 |
B30 |
GB1 |
|
|
48093,59 |
48343,59 |
|
|
|
|
|
|
|
|
238.918,17 |
240.168,17 |
|
|
|
BEF |
BEF |
|
|
|
volgens bestek |
|
De onteigeningen voor dit aanvullende project G deel 2 voor de bouw van 5 bunkers op de achterlijn in de zone Melsen tot Bottelare, is logischer wijze vrij laat gestart gezien het project zelf eveneens maar werd getekend voor akkoord op 11 juni 1935. Op dat eigenste moment was de staat nog maar in bezit van 3 van de 5 nodige bouwterreinen, namelijk dit van B19, B21 en B24. De andere terreinen geraakten voor B22 pas getekend op 17/7/1935 en voor B30 op 23/7/1935. Dit deelproject zal hierdoor allicht wel degelijk binnen de voorziene termijn van 8 maanden afgewerkt kunnen zijn.
Ook is de kans vrij groot dat beide projecten zijn samengevoegd bij dezelfde aannemer omdat project G1 allicht al risico opliep niet echt vlot van start te kunnen gaan wegens nog ontbrekende onteigeningen. Voor project G2 was het onteigenen merkbaar heel wat eenvoudiger.
Het originele deelbestek voor de bouw van deze 5 bunkers werd toegekend voor de totaalprijs van 238.918,17 Bef. Opnieuw aangevuld met enkele niet in het bestek gerekende gekende kosten, komt men tot een prijs van 240.168,17 Bef.
Algemeen kan men gerust zeggen dat de bouwprijzen van deze bijkomende projecten vrij duur zijn toegekend. Voor dergelijke kleine eenkamers-mitrailleurbunkertjes lag de prijs +/- 25% hoger dan bij de andere bouwprojecten. Allicht begon men letterlijk al in de knoei te komen om voldoende bekwame aannemers te vinden voor alle ondertussen lopende bouwprojecten van bunkers en forten afgewerkt te krijgen.